Als je baby niet lekker in zijn vel zit…

Als ouder voel je het vaak meteen: er klopt iets niet. Misschien huilt je baby veel, is hij onrustig, overstrekken of slapen lukt nauwelijks, of voeding gaat moeizaam. Soms is er een medische oorzaak, soms blijven duidelijke antwoorden uit. Maar het gevoel blijft: je kind zit niet goed in zijn lijfje — en jij wilt het zo graag anders zien.

Je verlangt er zo naar dat je baby zich prettig voelt. Dat hij kan ontspannen, goed kan drinken, slapen, groeien. Je wilt hem troosten, maar niets lijkt te helpen. Je verlangt naar rust, naar verbinding, naar het gevoel dat alles goedkomt.

Soms weet je het gewoon, iets klopt niet. Volg dan altijd jouw intuïtie. Ook als je het niet kunt uitleggen. Dat is reden genoeg om door te vragen, door te zoeken — totdat er iemand een mogelijk antwoord heeft.

Osteopathie kan hierin een zachte maar doeltreffende rol spelen. Baby’s kunnen tijdens de zwangerschap of bevalling spanningen of blokkades oplopen in hun lichaam. Een osteopaat onderzoekt op een rustige, liefdevolle manier waar de spanning zit — in het hoofdje, het nekje, de buik of bijvoorbeeld het bekken — en helpt het lijfje om weer vrij te bewegen.

Vaak zie je na een aantal behandelingen al verschil: je baby ontspant beter, de ademhaling verdiept zich, voeding gaat soepeler of de slaappatronen verbeteren. En misschien wel het belangrijkste: jij voelt weer dat je écht contact maakt met je kind.

De behandeling is zacht, afgestemd en helemaal aangepast aan jouw baby. Ook voor jou als ouder is er ruimte — om vragen te stellen, je zorgen te delen, of gewoon even adem te halen.

Soms kan osteopathie alleen nog niet genoeg zijn en dan komt de kennis van mogelijk onderliggende trauma’s van pas.

Trauma: wanneer ervaringen sporen achterlaten

Wanneer een gebeurtenis groter is dan het systeem van de baby op dat moment aankan wordt het een ’trauma’ genoemd en wordt het opgeslagen in het ‘pijnlichaam’ van de baby. Om dit te verhelpen is er traumatherapie voor baby’s.

Dit kan tijdens of na de bevalling gebeuren maar ook al in de baarmoeder zelf. De embryo heeft namelijk al celgeheugen tijdens de conceptie.

Deze emoties slaan zich op in het bindweefsel oftewel fascia in het lichaam. Bij baby’s zijn dit vaak de emoties: angst, woede en/of verdriet. Deze opgeslagen emoties leiden tot bewegingsverliezen in het lichaam, waardoor de baby klachten heeft.

Denk hierbij aan: reflux, verstoorde ademhaling, spijsverteringsproblemen en overstrekken.

Door deze opgeslagen emoties weer in beweging te laten komen, wordt het lichaam weer vrijgemaakt van beperkingen en kan het zich weer vrij bewegen.

Overstrekken, reflux en obstipatie

Signalen van trauma van implantatie tot aan na de bevalling: ‘umbilical affect’ volgens Rien Verdult. Te verhelpen met Trauma therapie voor baby’s.

  • Beperkte, ‘hoge’ ademhaling op basis van spanning in diafragma
    • reflux
    • obstipatie
  • Verstoorde eetpatonen:
    • rusteloos zuigen / schrokkend eten
  • Bewegingspatronen
    • voetjes wrijven
    • fietsen
    • ‘dirigeren’
  • overstrekken
  • Psoas dynamiek:
    • vergiftiging: psoas verslapt / X-benen / voetjes naar binnen
    • deprivatie: psoas verkrampt / O-benen / voeten naar buiten

Vroeg in de umbulical affect fase slaat het zich op rondom het hart, dit is dan vaak angst.
Op een later punt zie je de volgende emoties op diverse plekken:

  • longen → verdriet/rouw
  • lever → woede
  • nieren/bijnieren → stress

Trauma therapie voor baby’s, De behandeling

Door een omgeving te creëren waar de baby zijn of haar verhaal kan vertellen, kunnen de emoties weer in beweging komen en kan nadien de baby zich beter bewegen. Er worden geen attributen gebruikt alleen maar de handen van de therapeut.

Door de baby de ruimte te geven om zijn verhaal te vertellen en deze niet te onderbreken wordt het hele systeem weer in beweging gebracht.

Zo kan reflux, wat als een ademhalingsprobleem wordt gezien als een gevolg van angst, worden verholpen doordat het middenrif zich na de behandeling weer beter kan bewegen.

Bij de behandeling komen er emoties vrij op de manier waarop de baby nu kan communiceren. Dat wil zeggen door middel van huilen, schreeuwen en bewegen. Hierbij wordt er soms een lichte aanraking gegeven op een plek waar bijvoorbeeld veel spanning zit in het lichaam of waar de baby veel druk heeft ervaren voor,- tijden-, of na de bevalling.

Trauma therapie voor baby’s kan voor de ouders er intens uitzien om dit te zien, maar de meeste baby’s kunnen best veel aan en geven ook duidelijk aan wanneer het teveel is geworden.

Als ouders is het belangrijk om tijdens te behandeling goed door te blijven ademen en daarbij het signaal af te geven dat het veilig is voor de baby om alle emoties te laten gaan. Dit bevordert de behandeling en het herstel.

Je kan het vergelijken met wanneer je zelf even goed je verhaal hebt kunnen doen en daarbij goed hebt kunnen huilen. Die opluchting daarna en die ontspanning in je lichaam, dat zie je bij de baby ook weer terug.

Achtergrond

Trauma therapie voor baby’s naar Rien Verdult:

Bij baby’s drukt het pijnlichaam zich uit in geremde bewegingen, emotionele
pantsering en in reguleringsproblemen. Daarbij kan er onderscheid gemaakt worden tussen twee globale systemen:

  • Een overactief systeem geeft een sympathische activatie met als gevolg een ‘fussy baby’
  • Een onderactief systeem geeft teveel parasympathische inhibitie met als resultaat een ‘floppy’ baby.

Het verhaal van trauma: een reis door lichaam en geest

Trauma begint vaak in stilte. Het is geen gebeurtenis op zich, maar de uitwerking ervan op iemand die op dat moment niet in staat was om het affect, de overweldigende emotie, te verwerken. Trauma is per definitie ondraaglijke pijn — een ervaring die de psyche op dat moment te veel is. Er ontstaat een breuk: een affect dat het systeem overspoelt en niet geïntegreerd kan worden in het gewone leven.

Wat overblijft, is een innerlijke leegte. Een gebied binnenin dat dof aanvoelt, alsof het leven er tijdelijk heeft geweigerd verder te stromen. Deze leegte is niet alleen psychisch; het lichaam draagt het trauma mee. De houding, de spierspanning, de manier van bewegen — alles vormt een herinnering, een patroon van bescherming en overleving. Beweging en houding worden zo een toegangspoort tot het trauma. Ze spreken een taal die vaak vóór woorden komt, en blijven signalen uitzenden lang nadat het gevaar geweken is.

Wanneer trauma niet wordt herkend of erkend, kan het leiden tot een dreigende dissociatie — een afsplitsing of uiteenvallen van de psyche. Delen van het zelf worden als het ware afgescheiden, omdat ze te pijnlijk zijn om te voelen. Dit kan zich uiten in emotionele vervlakking, geheugenverlies of zelfs een gevoel alsof men naar zichzelf kijkt van buitenaf.

De impact van trauma beperkt zich niet tot het innerlijk; ook de buitenwereld wordt erdoor geraakt. Intermenselijke communicatie raakt verstoord. Mensen met trauma kunnen moeite hebben met vertrouwen, nabijheid of het herkennen van emoties — zowel bij zichzelf als bij anderen. Ze leven in een continu ‘alert zijn’, in een wereld die vóór en na het trauma fundamenteel is veranderd. Er is een ‘er voor’ en een ‘er na’.

Trauma laat sporen na in wat we het ‘pijnlichaam’ of ‘symptoomlichaam’ kunnen noemen. Dit is het gebied waarin onverwerkte pijn zich vertaalt naar lichamelijke klachten, spanningen, vermoeidheid of blokkades in het energiesysteem. De levensenergie stagneert, alsof het lichaam zelf besloten heeft om te bevriezen.

Herstel begint bij erkenning en herkenning. Pas als het trauma gezien wordt — door de ander én door de persoon zelf — kan het langzaamaan worden geïntegreerd. Via het lichaam, via veilige relaties, via het leren voelen in plaats van verdoven. Pas dan kan het systeem opnieuw in beweging komen, en wordt het mogelijk om niet alleen te overleven, maar echt te leven.